Standpunten politieke partijen
De afschaffing van de basisbeurs heeft tot veel commotie geleid onder studenten. Wat zijn de politieke partijen deze verkiezingen van plan met de basisbeurs? En hoe zit het met ‘pretstudies’, democratisering van het onderwijs en de verbetering van de kwaliteit? Op Studentenwijzer.nl vind je de antwoorden op al je vragen – zodat jij je de komende vier jaar geen zorgen meer hoeft te maken over de politiek en je kan richten op je tentamens, scriptie en huisfeesten. Check de Studentenwijzer en bepaal op 15 maart de toekomst van het onderwijs!
Wat de partijen zeggen over onderwijs:
Onderwijs staat op 1 bij D66. De partij wil in de gaten houden of het sociaal leenstelsel tot grotere kansenongelijkheid leidt; en zo ja, “de effecten corrigeren”; collegegeld voor een tweede studie gelijk maken aan dat voor de eerste; terughoudendheid in selectie aan de poort; ruimte bieden aan extracurriculaire activiteiten door flexibel en collegegeldvrij te kunnen studeren; meer zeggenschap van studenten en laatbloeiers helpen zich te ontplooien o.a. door barrières tussen HBO en WO te verlagen. D66 wil meer geld investeren in het onderwijs en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek.
Het leenstelsel wordt weer vervangen door de basisbeurs: “studenten die geen rijke ouders hebben mogen geen financiële drempel ervaren om door te studeren. De investeringen in het hoger onderwijs die voortkwamen uit de introductie van het leenstelsel, worden niet teruggedraaid.” Het OV blijft behouden. Minder studieschuld in ruil voor maatschappelijke dienstplicht. Kleine studies blijven behouden. Er komen extra investeringen in wetenschap en onderzoek, een rem op de stijging van het collegegeld en een wettelijk maximum aan de kosten van een tweede studie.
Het leenstelsel wordt afgeschaft en de basisbeurs keert terug. De OV-kaart voor studenten wordt niet omgezet in een lening en blijft geldig zolang de student studiefinanciering geniet. Het collegegeld wordt ‘flink’ verlaagd en gelijk getrokken: óók bij een tweede studie. Bij extra-curriculaire activiteiten hoeft niet het volledige collegegeld te worden betaald en de instroom van het MBO naar het HBO wordt verbeterd. De universiteiten en hogescholen worden verder gedemocratiseerd en bestuurders worden gekozen in plaats van benoemd door de minister.
De basisbeurs moet weer terugkomen voor HBO en WO studenten. Het OV blijft. “Wij vinden het onacceptabel om in het onderwijs drempels op te werpen.” De doorstroom van HBO naar WO blijft bestaan. “Universiteiten lopen aan tegen een grotere verantwoordingsdruk om het rendement van hun werkzaamheden te “bewijzen”. Deze ontwikkelingen moeten worden gekeerd.” Kleine studies moeten kunnen blijven bestaan.
Het Forum voor Democratie wil de basisbeurs opnieuw invoeren. Ook moeten “colleges van universiteiten voor iedereen zoveel mogelijk online beschikbaar komen, zodat geïnteresseerden ook online hun kennisniveau kunnen opschroeven.” Het FvD wil “geen output- maar input-financiering, gecombineerd met strenge selectie aan de poort.” Daarnaast worden studenten van HBO-opleidingen aan het einde landelijk, centraal getoetst en wordt de macht van de politieke partijen in de aansturing van het onderwijs teruggedrongen.
DENK voert een “stagegarantie” voor alle studenten in. Het leenstelsel verdwijnt, “omdat het van studeren een privilege maakt”. DENK staat voor het invoeren van “een inkomensafhankelijke basisbeurs op verschillende groepen studenten.” DENK is: “Vóór het kunnen volgen van een tweede masteropleiding voor het wettelijk collegegeld; en vóór inkomensafhankelijke gratis schoolboeken.” Daarnaast wil DENK het salaris van leraren verhogen.
VNL wil selectie aan de poort, zowel bij HBO als WO. “We schrappen de financiering van pretstudies.” Het HBO en WO wordt niet samengevoegd; managementgelden moeten voortaan naar het primaire onderwijsproces, zoals boeken, leermiddelen en docenten. “De arbeidsomstandigheden van docenten moeten beter. Docent, leerling en kennisoverdracht komen bij ons weer centraal te staan.”
“Om te voorkomen dat scholen uit financiële overwegingen weigeren studenten te helpen wordt de bijdrage vanuit de overheid vergroot. Eventuele extra hulpmiddelen tijdens het volgen van een opleiding worden in bruikleen gegeven of vergoed.” Wetenschap is volgens de PiratenPartij “idealiter onafhankelijk en transparant” en wordt niet door de politiek gestuurd. “Colleges worden mede met overheidsgeld betaald. Daarom moet deze kennis zoveel mogelijk online toegankelijk zijn onder een vrije licentie. Het beschikbaar maken van alle colleges biedt studenten flexibiliteit en niet-studenten toegang tot de colleges.”
De SP wil een studiebeurs voor alle studenten – en jongeren uit gezinnen met een laag inkomen krijgen zelfs een aanvullende beurs. De SP wil geen selectie meer aan de poort, en wél maximale inspraak van studenten. Het “stapelen” van onderwijs moet beter mogelijk zijn. De SP wil “administratieve rompslomp” schrappen en leraren landelijk uitbetalen.
De PVV heeft geen actueel standpunt over onderwijs. Het enige plan van de PVV dat enigszins aan studenten raakt, is dat zij de bezuinigingen op de ouderenzorg en thuishulp wil terugdraaien; en de AOW op 65 wil stellen. Daarmee lijken ouderen op meer aandacht van de PVV te kunnen rekenen dan studenten.
“Het sociaal leenstelsel komt te vervallen. De toegankelijkheid van het onderwijs moet voor iedereen gewaarborgd zijn en mag niet afhangen van de grootte van de portemonnee van de ouders. Daarnaast moet de overheid voorkomen dat jongeren zich op vroege leeftijd al in hoge schulden steken. Schoolkosten voor ouders worden aan een wettelijk maximum gebonden. Leerlingen moeten de kans hebben om door te stromen naar een hogere vervolgopleiding. De termen hoogopgeleid en laagopgeleid gaan de prullenbak in en we gaan spreken van ‘practici’ en ‘theoretici’.” Ook wil NW investeren in “bevoegde en kwalitatief goede docenten”.
De SGP wil het hoger onderwijs voor iedereen toegankelijk houden. Daarnaast moeten er “stevige” toelatingseisen komen. Ouders houden het recht op kinderbijslag bij studerende kinderen onder de 18, er is een aanvullende beurs beschikbaar wanneer iemand om financiële redenen niet kan studeren. Doorstroom naar een master wordt niet vanzelfsprekend en bachelors worden serieuzer genomen. Collegegeld voor de tweede studie wordt beperkt. De overheid financiert meer tweejarige masters, maar de toegang wordt beperkt tot studenten met “een duidelijke academische houding.” De SGP wil de bureaucratie terugdringen.
De ondernemerspartij wil een verplichte stage voor HBO en WO studenten, zodat die beter aansluiten op de arbeidsmarkt. De OP wil het bedrijfsleven inspraak geven bij de onderwijsinstanties over de eisen die aan studenten bij stages worden gesteld én dat zij een “wettelijjke stem” krijgen bij het vaststellen van het curriculum. De OP wil de betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het onderwijs en andersom intensiveren, door docenten jaarlijks een vaste periode mee te laten werken in het bedrijfsleven; en ondernemers in het onderwijs.
Lokaal in de Kamer wil dat het leenstelsel voor studenten wordt afgeschaft en de studiebeurs terugkeert. Ouders die de lasten kunnen dragen, worden per kind verplicht bij te dragen voor de eerste studie. “Studenten kunnen weer vrij kiezen voor een studie in plaats van op financiële gronden.” LidK stelt dat zowel het HBo als het WO moet leiden tot een reële kans op een baan. Doorstromen van het MBO naar het HBO moet mogelijk zijn.
De basisbeurs wordt opnieuw ingevoerd. “Jongvolwassenen van 18-25 jaar krijgen het recht op een maatschappelijke stage van maximaal 6 maanden in de zorg, maatschappelijke organisaties of bij de overheid. Op alle niveaus wordt het mogelijk door te stromen naar een volgende opleiding. De aansluiting van MBO naar HBO wordt verbeterd.” De overheid stimuleert daarnaast “kleurrijke” geschiedschrijving en er komen “diversiteitsquota” in het bestuur van Hoger Onderwijsinstellingen.
GeenPeil heeft (nog) geen mening. “Die bepalen de kiezers per keer.”
De Burger Partij wil dat het les- en collegegeld; en studieleningen worden afgeschaft en dat leermiddelen “via de school worden verstrekt”. Alle kinderen en studerende jongeren moeten een leeftijdsafhankelijk bedrag per maand voor levensonderhoud krijgen. Verder zegt DBB niet veel over het hoger onderwijs.
“GroenLinks wil dat universiteits- en hogeschoolraden weer een sterke positie en meer invloed op de koers van hun onderwijsinstelling krijgen.” Daarnaast wil Groenlinks de toename van selectie aan de poort stoppen; de aanvullende beurs voor studenten uit kansarme gezinnen voor een ruimere groepen beschikbaar stellen; het wettelijk vastgestelde collegegeld halveren en studenten met een functiebeperking een aanvullende beurs geven. Het fundamentele onderzoek van universiteiten moet minder afhankelijk worden van bedrijfsfinanciering; de publicatiedruk van onderzoekers moet verminderen; publicaties worden vrij beschikbaar; kleine opleidingen beschermd en studeren aan andere instellingen wordt vergemakkelijkt.
De VVD biedt ruimte voor een jaartje extra-curriculaire activiteiten: je mag dan een jaar langer lenen en hoeft dat jaar geen collegegeld te betalen. Opleidingen moeten aldus de VVD aansluiten op de arbeidsmarkt: kwaliteit wordt beloond en niet succesvolle studies worden langer meer bekostigd. “Geld dat vrijkomt uit het studievoorschot, investeert de VVD in het hoger onderwijs.” De bureaucratie wordt teruggedrongen en wetenschappelijke publicaties worden openbaar, waarvan start-ups profiteren.
Selectie aan de poort is slechts in bijzondere gevallen acceptabel voor de PvdA. Het studievoorschot wordt gemonitord en zo nodig bijgesteld en de doorstroom van het MBO naar HBO wordt bevorderd. Studenten met een beperking krijgen extra compensatie bij onvermijdbare studievertraging; de hoogte van het collegegeld wordt begrensd, en verhoogd collegegeld voor bepaalde opleidingen afgeschaft; er komt meer maatwerk voor extra-curriculaire activiteiten (zoals ouderschap of bestuurswerk) en kleine opleidingen blijven behouden. De PvdA wil “miljarden” investeren in het onderwijs en financiering van HBO en WO minder afhankelijk maken van studieprestaties.
Er komt een verplichte ‘second opinion’ bij de beoordeling van afstudeerscripties. Alle inkomensondersteuning aan studenten wordt vervangen “door een basisbeurs van € 175 per maand” en het les- en collegegeld en de leermiddelen worden vergoed – met maximaal 1 jaar uitloop op de opleidingsduur. Daarmee wordt het budget voor de studiebeurs ongeveer met 1 miljard euro per jaar verhoogd. Kwaliteit en niet kwantiteit moet centraal staan in het beloningssysteem van onderwijsinstellingen.
50PLUS is tegen het sociaal leenstelsel. Het woord ‘studeren’ of ‘student’ komt niet in het verkiezingsprogramma van 50+ voor. Wel lezen wij: “Het onderwijs moet aansluiten op de snelle ontwikkelingen in de maatschappij. De toegankelijkheid van het hoger onderwijs moet gewaarborgd blijven.”